Een schaap heeft 4 magen: de pens, de netmaag, de boekmaag en de lebmaag. 

Een schaap is een herkauwer. Dit betekent dat een schaap snel achter elkaar eet, waarbij zij haar voedsel niet zo goed kauwt. Het eten komt in de pens terecht. Heeft het schaap genoeg gegeten, dan gaat zij liggen herkauwen. Het eten komt vanuit de pens weer terug in de mond van het schaap en het dier gaat het verder kauwen. Wanneer het schaap het eten opnieuw doorslikt, gaat het naar de andere 3 magen, waar het verder wordt verwerkt. 

Herkauwen zorgt ervoor dat het schaap zoveel mogelijk voedingsstoffen uit het eten kan halen. Een schaap herkauwt 4 tot 6 keer per dag voor 10 tot 50 minuten.